Bezint eer ge filmt - over beeldmateriaal en privacy

 

Het huidige digitale tijdperk wordt beheerst door sociale media en smartphones. Overal duiken (privé)foto’s en video’s op van personen, en dat is zeker niet altijd met goedkeuring van de betrokkenen.

We vragen het ons allemaal wel eens af wanneer we gefilmd of gefotografeerd worden: “Mag en kan dit eigenlijk wel?

Het antwoord op deze vraag  is niet zo eenduidig en verschilt al naargelang de context.

Zo moeten we een onderscheid maken tussen het gebruik van bewakingscamera’s en andere camera’s (vb, smartphones /fototoestellen). Ook is de plaats waar gefilmd wordt van belang.
 

Bewakingscamera‘s

Een bewakingscamera is een zogenaamd observatiesysteem waarmee beelden worden verwerkt, specifiek met het oog op bewaking en toezicht van plaatsen om:

  • misdrijven te voorkomen, vast te stellen of op te sporen;
  • overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen;
  • de orde te handhaven.

Bewakingscamera’s kunnen uiteraard op diverse plaatsen geïnstalleerd worden en voor elke locatie geldt een afzonderlijke regeling, zoals uitgewerkt in de Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s van 21 maart 2007 (verder: de camerawet).

Zo is voor het installeren van camera’s op publiek toegankelijke niet-besloten plaatsen (marktpleinen, straten, parken..) goedkeuring vereist op politiek niveau (via de gemeenteraad).

De camerawet stelt verder dat elke plaatsing van een bewakingscamera in een (publiek toegankelijke) besloten plaats (cafés, winkels, appartementsgebouwen, ...)  dient meegedeeld te worden aan de politiediensten en dit uiterlijk de dag vóór die waarop de bewakingscamera in gebruik wordt genomen.

Bewakingscamera’s in de buurt van woningen mogen dan weer niet specifiek worden gericht op de tuin van de buren of de openbare weg. In het laatste geval, moeten de opnames van die plaatsen tot een minimum worden beperkt. De beelden mogen de intimiteit van een persoon niet schenden, en evenmin gericht zijn op het inwinnen van informatie over de filosofische, religieuze, politieke, syndicale overtuiging, etnische of sociale origine, het seksuele leven of de gezondheidstoestand.

De camerawet verbiedt uitdrukkelijk het gebruik van verborgen camera's. Het filmen van iemand zonder zijn/haar voorafgaande toestemming is niet toegelaten en zelfs strafbaar. Het betreden van een plaats waar een pictogram aangeeft dat er camerabewaking plaatsvindt, geldt evenwel als voorafgaande toestemming.
 

Wie doet wat met de camerabeelden?

De personen die toegang hebben tot de beelden, hebben een discretieplicht omtrent de persoonsgegevens die de beelden opleveren. Ze mogen/moeten deze beelden enkel aan politiediensten/parket overmaken wanneer de camerabeelden feiten vaststellen die een misdrijf kunnen vormen en de beelden kunnen bijdragen tot het bewijzen van die feiten en het identificeren van de daders.

De personen die werden gefilmd, kunnen een gemotiveerde aanvraag doen bij de eigenaar van de camera om de betreffende beelden te mogen bekijken.

De camerawet voorziet forse boetes tussen € 150,00 en € 6.000,00 voor schending van de bepalingen. Bovendien loop je bij een schending van de wettelijke voorschriften het risico om tot een schadevergoeding te worden veroordeeld door de burgerlijke rechter.
 

Big Brother op de werkvloer?

Toezicht door middel van camera’s op de werkvloer is om evidente redenen een heikel thema en wordt dan ook nauwgezet geregeld in de CAO nr.68 betreffende de bescherming van persoonlijke levenssfeer van de werknemers t.o.v. de camerabewaking op de arbeidsplaats.

Deze vorm van camerabewaking  is concreet slechts toegestaan voor een beperkt aantal doeleinden:

  • de veiligheid en gezondheid op de werkvloer;
  • de bescherming van de goederen van de onderneming;
  • de controle van het productieproces, die betrekking kan hebben op zowel de machines, om de goede werking ervan na te gaan, als op de werknemers, ter evaluatie en verbetering van de werkorganisatie;
  • de controle van de arbeid van de werknemer.

De werkgever moet het doel van het cameratoezicht duidelijk en expliciet definiëren en zijn werknemers hierover vooraf informeren. Als de camera wordt geïnstalleerd om het werk van een werknemer te controleren, kan dat bovendien slechts tijdelijk. 

Verder moet het cameratoezicht toereikend zijn, ter zake dienen en zich beperken tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden. 

De inmenging in het privéleven van de betrokken werknemer moet tot een minimum beperkt worden.
 

Beelden gemaakt met smartphones, digitale camera’s..

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is de Europese leidraad inzake de uniformering van privacywetgeving. Hierin wordt bepaald wat wel en niet mag als het om verwerking van persoonsgegevens gaat. 

Het recht op afbeelding (portretrecht) wordt gewaarborgd door de AVG en artikel XI.174 van het Wetboek van economisch recht. Het houdt in dat u de toestemming van een persoon moet vragen vooraleer u zijn of haar afbeelding kopieert of verspreidt. Dit geldt ook voor het kopiëren en verspreiden van afbeeldingen van personen op het internet of op sociale media. 

Indien u zonder toestemming foto’s/video’s op sociale media van uzelf aantreft, kan u de maker van de beelden contacteren en vragen om de beelden offline te halen,  de beelden rapporteren bij de beheerder (bijvoorbeeld Facebook, YouTube, …) of de Gegevensbeschermingsautoriteit en/of politie contacteren.

Wanneer u of andere personen op de achtergrond voorkomen op een foto of video die op een openbare plaats is gemaakt (bijvoorbeeld een foto van een manifestatie, concert ..), gaat de wetgever er vanuit dat uw toestemming voor het verdere gebruik van deze foto of video niet noodzakelijk  is. 

Ramptoerisme op de openbare weg (het doelbewust fotograferen/filmen en online delen van verkeersongevallen) wordt vooralsnog enkel verkeersrechtelijk gesanctioneerd met boetes, maar zou ook worden opgenomen in de toekomstige strafwetgeving. 

Voor publieke figuren of personen met een publieke functie zijn de regels minder strikt. Publicaties van beelden houden in principe geen inbreuk in op hun privéleven, indien deze beelden verband houden met de publieke functie  en niet worden gehanteerd voor commerciële doeleinden of om de publieke personen schade toe te brengen.

Tot slot: wees ook voorzichtig met het delen van beelden van uw minderjarige kinderen op uw sociale media (het zogenaamde “sharenting”) . Check uw privacy-instellingen en houd rekening met de expliciete/impliciete instemming van uw kind zodra het een leeftijd heeft bereikt van 12 à 14 jaar. Kinderen hebben immers ook recht op bescherming van hun privacy en het belang van het kind zal altijd primeren.

Bij de uitoefening van het gezamenlijk ouderlijk gezag, dient er ook toestemming te zijn  van beide ouders. Bepaalde vorm van sharenting, voornamelijk voor commerciële doeleinden en t.a.v. een onbeperkt publiek (vloggers, bloggers, influencers..), maakt ouders juridisch bijkomend onderhevig aan een resem beperkingen en verplichtingen uit de AVG, terwijl zij zich mogelijks van geen kwaad bewust zijn.

Mocht er toch een afbeelding van u online opduiken, weet dan dat u het recht heeft om deze te laten aanpassen en/of verwijderen. Bij weigering kan u een klacht indienen bij de bevoegde autoriteit(https://www.gegevensbeschermingsautoriteit.be/burger/thema-s/recht-op-afbeelding) of een procedure opstarten voor de burgerlijke rechter en verwijdering/schadevergoeding eisen.

Heeft u hierover nog verdere vragen, contacteer gerust ons team van ervaren advocaten die u hierin verder  kunnen adviseren.

Auteur: Laurent Bracke