Is uw maaltijdkoerier een werknemer of een zelfstandige?

Gedurende de voorbije jaren van de corona-pandemie nam de activiteit van online maaltijdbezorgdiensten een hoge vlucht. In de schaduw van uw take away-maaltijd woedt echter al enkele jaren een juridisch debat over het statuut van de maaltijdbezorgers[i].

Alles draait rond de vraag of de maaltijdkoerier als een zelfstandige moet worden beschouwd, dan wel als een werknemer van de zogenaamde platformbedrijven als Deliveroo, Uber Eats, en dergelijke meer. 

Deze vraag is niet zonder belang, want een werknemer heeft onder meer recht op een minimumloon, bescherming van arbeidstijd en gezondheid, betaalde vakantie, bescherming bij arbeidsongevallen, enz.

Gedurende lange tijd leek het pleit beslecht te zullen worden in het voordeel van de werknemers-theorie, waarbij o.a. de Administratieve Commissie ter Regeling van de Arbeidsrelatie van de FOD Sociale Zekerheid reeds in 2018 van oordeel was dat er duidelijk sprake was van een ondergeschikt dienstverband[ii].

Begin december 2021 oordeelde de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel evenwel dat de koeriers wel degelijk als zelfstandigen moeten worden beschouwd. De arbeidsrechtbank oordeelde dat het de duidelijke wil partijen zou zijn om op zelfstandige basis samen te werken, terwijl ook gewezen werd op het feit dat de koeriers de vrijheid hebben om hun arbeidstijd in te delen en ook vrij zijn om hun werk zelf te organiseren[iii].

Het is nu al duidelijk dat het laatste woord over deze problematiek nog niet is gezegd.

In afwachting van een definitieve uitkomst, beoordelen wij het vonnis van de arbeidsrechtbank te Brussel alvast in het licht van een zeer recent arrest van het arbeidshof te Brussel dat wij in een kantoordossier ontvingen in januari 2022.

Concreet moet bij de beoordeling van het al dan niet bestaan van een arbeidsovereenkomst rekening worden gehouden met de algemene criteria die de Belgische wetgever in dit kader heeft vastgelegd (zie artikel 333 van de arbeidsrelatiewet van 27.12.2006), zijnde:

  • de wil van de partijen
  • de vrijheid van organisatie van de werktijd
  • de vrijheid van organisatie van werk
  • de mogelijkheid tot een hiërarchische controle

In het recente arrest van 18 januari 2022 heeft het arbeidshof te Brussel voormelde criteria concreet ingevuld, door met name te oordelen dat de bijna absolute vrijheid van organisatie van werktijd (afwezigheid van arbeidsduur, geen werktijdregeling, geen vakantieregeling, geen regels rond ziekteverzuim, …) een belangrijke indicatie is voor een zelfstandig dienstverband.

Terwijl ook de vrijheid van organisatie van werk (geen vaste arbeidsplaats, geen verplichting om een bepaalde hoeveelheid werk te verrichten, mogelijkheid om een opdracht naar eigen goeddunken stop te zetten) een element is dat kennelijk wijst op een zelfstandig statuut.

Tot slot maakte het arbeidshof te Brussel een duidelijk onderscheid tussen enerzijds een hiërarchisch toezicht (de mogelijkheid om effectief gezag uit te oefenen) en anderzijds een loutere kwaliteitscontrole. Het uitvoeren van een controle op de kwaliteit van het geleverde werk impliceert geen ondergeschikt dienstverband, aldus het arbeidshof.

Toegepast op de situatie van de maaltijdkoeriers lijken voormelde criteria -zoals toegepast door het arbeidshof te Brussel- inderdaad te wijzen op een zelfstandig dienstverband van de koeriers. Een maaltijdkoerier is immers niet gebonden aan een werktijdregeling, arbeidsduur, vakantieregeling of een specifieke plaats van tewerkstelling. De vrijheid lijkt op deze punten bijzonder groot.

Indien bovendien kan worden aangetoond dat de platformbedrijven geen effectief gezag uitoefenen op de maaltijdkoeriers, lijkt een kwalificatie als zelfstandige quasi onvermijdelijk. De vraag is evenwel of de mogelijkheid om een maaltijdkoerier offline te plaatsen, dit na ontvangst van een slechte beoordeling door een klant, nog louter kan worden beschouwd als een kwaliteitscontrole.

Dit is voor discussie vatbaar, maar de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel zag in elk geval geen concrete aanwijzing voor een hiërarchische machtsrelatie.

Het definitieve antwoord op de vraag lijkt te zullen komen van de Europese Commissie, die op 9 december 2021 een ontwerprichtlijn heeft ingediend. Het huidige voorstel gaat uit van een weerlegbaar vermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst[iv].

Als het van de Europese  Commissie afhangt, zal de werknemers-theorie uiteindelijk bijgevolg alsnog aan het langste eind trekken.

Auteur: Brecht Heirman

 

[i]Zie VRT NWS van 28.10.2021, zie ook Knack van 19.01.2022

[ii] Zie VRT NWS van 28.03.2018 

[iii] Zie De Tijd van  08.12.2021

[iv] Zie ook: https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/ip_21_6605; en https://hrmagazine.be/nl/posts/platformwerkers-zijn-zelfstandig-toch-of-hoe-zit-het-nu