Uitbreiding kamers voor minnelijke schikking

 

De “schikking” door de kamer minnelijke schikking kan omschreven worden als het vertrouwelijk en vrijwillig bereiken van een overeenkomst onder leiding/begeleiding van een rechter, met constructieve medewerking van de partijen (bijgestaan door de advocaten), ter oplossing van de aangebrachte geschilpunten.

De kamer voor minnelijke schikking is gecreëerd door de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank. Sinds de wet van 18 juni 2018 werd de regeling omtrent de werking van de kamer voor minnelijke schikking ingevoegd in de familiekamer van de rechtbanken van eerste aanleg

Sinds 2018 rust er een informatieverplichting op de griffiers met betrekking tot de alternatieve geschillenoplossing en hebben rechters een sensibiliseringsopdracht. De rechter gaat na of partijen eerder probeerden tot een minnelijke oplossing te komen en of een minnelijke regeling nog mogelijk is. Ook de advocaten moeten hun cliënten informeren over de mogelijkheid tot minnelijke regeling.

Meer recent werden in tal van gerechtelijke arrondissementen kamers van minnelijke schikking ingevoerd, zo o.m. bij de arbeidsrechtbank Antwerpen, de fiscale kamer van de  Franstalige afdeling van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel, de bouwkamer van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, afdeling Antwerpen en de  ondernemingsrechtbanken te Oost-, en West-Vlaanderen, Antwerpen en Brussel.

De Wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken wil het gebruik van minnelijke oplossingen van conflicten verder wettelijk verankeren door kamers voor minnelijke schikking op te richten in de meeste hoven en rechtbanken in burgerlijke zaken, ondernemingszaken en sociale zaken.

De wet voorziet naast de oprichting van kamers voor minnelijke schikking in specifieke regels over de werking van die kamers en de procedurele regels. 

Uit een onderzoek van de Hoge Raad voor Justitie en een enquête bij magistraten en advocaten eind 2022 is gebleken dat de werking van de kamers minnelijke  schikking positief wordt geëvalueerd door de burgers die er ervaring mee hebben. Ook advocaten en magistraten zijn overwegend positief over de werking en de uitkomst van de kamers minnelijke schikking. Cliënten krijgen meer autonomie en inspraak door hun persoonlijke aanwezigheid en kunnen zich niet verschuilen achter conclusietermijnen en advocaten. Vonnissen gebaseerd op een akkoord worden over het algemeen ook beter nageleefd dan een klassiek vonnis waarbij een partij in het ongelijk wordt gesteld.

Het verder uniformiseren van deze vorm alternatieve geschillenbeslechting op alle niveaus van hoven en rechtbanken zou op termijn moeten leiden tot minder tijdrovende en dure processen, al zal dit ook gepaard moeten gaan met de noodzakelijke financiële middelen en bekwame personeelsleden.

Auteur: Laurent Bracke